Houffalizes mooiste

Op de dag dat Meerssen gastgemeente was voor de wielrenners van Limburgs Mooiste, was onze Belgische Douzelage-partner Houffalize dat voor de Chouffe Classic. Zoals Annigje al aankondigde in haar BeNeLux-verslag ging ik me daar eens aan wagen. Ik heb altijd met plezier meegedaan aan Limburgs Mooiste; de prachtige landschappen en de soms wel uitdagende klimmetjes trekken mij wel. Fietsen in de Ardennen heb ik wat minder ervaring mee. De klimmetjes zijn langer en echt plat wordt het niet. Daarnaast had ik in 2025 nog niet heel veel kilometers in de benen. Reden genoeg om eerst eens te gaan voor de kortste afstand: 74 kilometer. Met de daarbij behorende 1100 hoogtemeters nog steeds een behoorlijke uitdaging na slechts vier weken training.

De Chouffe Classic, is net als Limburgs Mooiste een goed voorbeeld van waar Douzelages volgende General Meeting in Preveza over zal gaan: De integratie van stad en natuur en de bescherming van natuur in relatie tot toerisme. Met name dat laatste is wel eens een uitdaging met de vele wielertoeristen die niet altijd even netjes hun rommel opruimen, of buiten de aangewezen routes door natuurgebieden mountainbiken. Goed om daar eens ideeën over uit te wisselen.

Van enige afkeer tegen wielrenners is in Houffalize niets te merken. Veel vrijwilligers en aanmoedigers zijn al sinds de vroege ochtend bezig om auto’s naar parkeerplaatsen te wijzen, inschrijvingen te controleren, stuurbordjes uit te delen en fietsers de goede kant op te sturen. Ik begin even voor 10:00u aan mijn tocht en vanaf het begin is het eigenlijk genieten. Fietsen met aan een kant rotspartijen en aan de andere kant mooi stromend water, weinig verkeer, boslucht, heerlijk. De eerste van de vijf grote beklimmingen verliep prima. Eigen tempo, niet te hard van stapel lopen en een prachtig uitzicht over het landschap bovenaan. Nog maar vier grote beklimmingen te gaan.

Er stond een harde tegenwind en het Belgische asfalt hielp ook niet altijd mee. Ik besloot aan te sluiten bij een groepje vrienden zodat ik stiekem uit de wind gehouden kon worden. Dat vond ik heel slim van mezelf. In de afdaling heb ik ze toch maar laten gaan. Voluit op onbekend te terrein afdalen is voor mij niet weggelegd. Dan maar geen recordtempo. Na een tijdje door glooiend landschap was het de beurt aan beklimming twee. Eigenlijk ook niet pittig. Vooral lang. Geen bijzonderheden. Tijd voor de bevoorradingsplek.

Na wat wafels en zoute crackertjes gepakt te hebben en mijn bidon bijgevuld te hebben, was het tijd voor de beklimming waar ik het meest tegenop zag: de Haussire. Belgisch zwaarste beklimming. Ruim 3,5 kilometer pure pijn. Het beginstuk viel eigenlijk wel mee. Rustig beentempo, prima ademhaling, goede hartslag en ik kon zowaar wat medefietsers inhalen. Maar naar gelang de meters voorbij gingen, werd de helling steeds steiler. Dat begon ik ook aan mijn lichaam te merken. Ik had al zover teruggeschakeld dat ik geen lichter verzet meer kon kiezen en ik moest nog een kilometer. Ik zag mensen om me heen afstappen en ik keek of ik de top al kon zien. Dat was niet het geval en door mijn hoofd spookte ook: afstappen is geen schande. Meter voor meter kroop onder me door terwijl ik steeds serieuzer dacht aan afstappen. Nog steeds geen top in zicht en op het punt waarop ik besloot echt verder te wandelen in plaats van te fietsen, stond daar een bordje van de organisatie: sprintje naar de top? Ik was even in de war. Toch dichtbij de top? Nog een laatste poging dan om niet af te stappen? Een bochtje kwam in zicht. Zou daar dan echt het einde zijn van deze beklimming?

Met een brede grijns zette ik de afdaling in. Het was me dan toch gelukt. Terwijl vele fietsers een foto namen bij het bordje “Haussire” bovenaan de top, koos ik ervoor door te fietsen om uithijgend even na te genieten van mijn prestatie. Toch gelukt. Een last viel van me af. De klim meteen volgend vloog ik omhoog. Geen pijnlijke benen, geen gehijg, wel veel adrenaline. Na weer een prachtige afdaling kwam de brouwerij van het bekende Chouffe-bier in zicht. Als zeer aangename verrassing zat Lonneke daar op mij te wachten. Een welkome aanmoediging want ik begon toch wel erg moe te raken. Nog een laatste klimmetje en ondertussen ook flink wat regen zaten nog voor de finish in het prachtige plekje van waaruit we ook vertrokken waren: Houffalize. Na ruim drie uur fietsen kon ik concluderen dat Limburgs Mooiste toch zeker een geduchte concurrent heeft waar ik in de toekomst nog wel vaker aan mee wil gaan doen.

Als laatste nog een leuke toevalligheid: na de finish kwam ik Marie tegen. Marie is lid van Douzelage Houffalize en had ons twee weken geleden bij de BeNeLux-meeting door het mooie plekje rondgeleid. Na even met haar gekletst te hebben, was het tijd om de droge kleren en mijn (mentale) steun Lonneke in de auto op te zoeken. Tot volgend jaar?